Ribgewelf 0000.0011

 

Literatuur

 

- Haslinghuis, E.J. & H. Janse Bouwkundige termen. Verklarend woordenboek van de westerse architectuur- en bouwhistorie. Leiden (Primavera Pers), 2001 4e druk/1e druk: 1953 [643 blz. ISBN 90.74310.77.X]. Hierin "Ribgewelf": blz. 377

- Thunnissen, H.J.W., Gewelven. Hun constructie en toepassing in de historische en hedendaagse bouwkunst. Amsterdam (Ahrend), 1950. [351 blz. ISBN -]. Hierin "De gewelfbouw der middeleeuwen": blz. 138-198 (hierin veel 'ribbengewelven')

- Zwiers, L., Bouwkundig Woordenboek. Tweede deel: L-Z. Amsterdam (Van Holkema & Warendorf), z.j. [1920]. [613 blz. ISBN -]. Hierin "Ribgewelf of Ribbengewelf": blz. 277 ("Gewelf, waarin de baksteenen of natuursteenen ribben de dragende constructie vormen, waartusschen de kluizen of schelpen worden geslagen. Naar de plaats, welke de ribben innemen, worden zij onderscheiden in Gordelribben, Schutribben, Schildribben en Kruis- of Diagonaalribben; bij groote gewelfkappen of bij stijgende noklijnen komen hierbij de Nok- of Dwarsribben, die op haar beurt weer worden ondersteund door Schoorribben, welke uit de steunpunten van het gewelf oploopen. [...]" Onder 'Dwarsrib', 'Kruisrib', 'Gordelrib' en 'Schoorrib' wordt slechts verwezen naar 'Ribgewelf'; 'Nokrib' wordt omschreven als deel kapconstructie, met daarnaast een verwijzing naar 'Ribgewelf'; 'Schutrib' ontbreekt, 'Schutboog' verwijst naar 'Gordelboog'; 'Schildrib' verwijst naar (wel beschreven) Schildboog, synoniem voor Muraalboog)

- Ozinga, M.D., Mythe en ratio in de verklaring der middeleeuwse architectuurgeschiedenis. Rede uitgesproken bij de aanvaarding van het ambt van buitengewoon hoogleraar in de geschiedenis van de bouwkunst aan de Rijksuniversiteit te Utrecht op Maandag 15 November 1948. Utrecht (Kemink), 1948. [38 blz. ISBN -]. Hierin o.a. blz. 23-26 [waar de dragende functie van de gotische gewelfribben gerelativeerd, zo niet ontkend wordt]

 

 engels

- Pevsner's Architectural Glossary. New Haven & London (Yale University Press), 2016 2e druk/(1e druk: 2010). [144 blz. ISBN 978.0.300.22368.2]. Hierin blz. 106-107 ("Rib-vault", waarin o.a. de benoeming van de ribben).

- Harris, John & Jill Lever, Illustrated Glossary of Architecture 850-1830. London (Faber and Faber), 1966. [304 blz. SBN 571.09074.5] (met ca 250 foto's, deels met benoeming van termen). Hierin blz. 71 ("Rib or Ribbed vault"), afb-nr 32.

- Fitchen, John, The Construction of Gothic Cathedrals. A Study of Medieval Vault Erection.. Chicago, London (The University of Chicago Press), 1977 (oorspr. 1961). [ISBN 0.226.25202.7, 344 blz.]

- Palacios, José C., "The Gothic Ribbed Vault in Rodgrio Gil de Hontanon". In: Dunkeld, Malcolm & James Campbell & Hentie Louw & Michael Tutton & Bill Addis & Robert Thorne (red.), Proceedings of the Second International Congress on Construction History, Queens' College, Cambridge University, 29th March - 2nd April 2006. In 3 doorgepagineerde delen. Z. pl. (Construction History Society), 2006. [in totaal 3471 + 31 blz.; deel 3 (blz. 2311-3471): ISBN 0.7017.0205.2]. Hierin: blz. 2415-2431 (bespreekt tal van laat-gotische gewelven, stervormig met aanvullende gebogen ribben) [boek is in bibliotheek RdMz]

 duits

- Müller, Werner & Norbert Quien, Virtuelle Steinmetzkunst der Österreichischen und Bömisch-Sächsischen Spätgotik. Petersberg (Imhof), 2005. [128 blz. ISBN 3.937251.03.0] (hierin: "Die Gewölbeentwürfe des Codex Miniatus 3 der Österreichischen Nationalbibliothek in Wien")

- Strobel, Richard, Mittelalterliche Bauplastik am Bürgerhaus in Regensburg. Fenster, Portale, Rippengewölbe. Deel in de serie 'Das Deutsche Bürgerhaus' nr 30. Tübingen (Ernst Wasmuth), 1981. [252 blz. plus 189 tekeningen en 468 foto's. ISBN 3.8030.0032.7]. Hierin vooral: blz. 12-14, 34-51, 175-235, 239-242